| Week 3 | Maandag 13 januari | Toets thema 4 | Werken in 5 en 6 |
In thema 6 gaan we praten over Vrije Tijd.
Wat ben je aan het doen en wat vind je leuk om te doen? We praten over hobby’s. In 6A oefenen we de zinsconstructies met ‘Om te…+ infinitief’ en komen de ‘reflectieve werkwoorden en de ‘reflectieve voornaamwoordenʼ aan de orde.
In deel 6B oefenen we de zinsconstructies met:
– ‘Zijn + aan het + infinitief’. Jullie zijn aan het leren, ik ben aan het lesgeven.
– ‘Zitten/ staan/ lopen/ liggen + te + infinitief’. Jullie zitten te werken
– ‘Werkwoord + te + infinitief’.
Vandaag weer extra aandacht voor intonatie. Jullie oefenen het zinsaccent op het juiste woord te leggen.
| We pakken allemaal een computer (misschien heeft Thed dat al gedaan…) | Met een muis en een koptelefoon en we loggen in… | |
| 9 00 | Welkom!!!!
Uitspraak en Toetsen |
  
|
| Extra oefeningen Geldzaken | Extra oefeningen; op www.oefenen.nl vind je veel extra oefeningen.
De bibliotheek heeft een inlogaccount |
|
| Flaps | Iedere cursist schrijft een zin op die hij/ zij moeilijk vindt.
We bespreken het woord en de betekenis van de zin. |
|
| Uitspraak | Klassikaal: (met z’n allen)
Wil je een bruine boterham met kaas? Nee, met ham. Wil je een bruine boterham met kaas? Nee, een witte.
|
|
| Uitspraak 2 | Individueel:
Lees werkblad 20. Luister naar de gesprekjes. Zet in de reacties (de zinnen aan de rechterkant) een streep onder de woorden met het sterkste accent..
|
|
| Uitspraak. 3 | Klassikaal:
We bespreken de antwoorden. |
|
| Uitspraak 4 | Werk in groepjes van 3.
Cursist 1 stelt een vraag van het werkblad. Cursist 2 en 3 geven een antwoord. Is het zinsaccent hetzelfde? Luister naar elkaar en bespreek het antwoord. Geef elkaar een advies. Wissel van rol. |
|
| Uitspraak 5 | Vouw werkblad 20 doormidden.
De groep wordt verdeeld in tweeën. Iemand uit groep 1 mag een vraag stellen aan iemand uit groep 2. Is het goede antwoord gegeven? Dan wordt er gewisseld van rol. |
|
| Pauze (15 minuten) | ||
| Toets | Thema 4 | |
| Lezen/ Spreken | Thema 5; oefening 26 | |
| Kahoot | We spelen de Kahoot van thema 5 | |
| Huiswerk | Leren: Toets Voegwoorden Les 45 t/m 49. Schrijven: Thema 5: Oefening 23 maken en opsturen via de mail naar thed.brans@gmail.com In je boek: Oefening 24, 25, 26.
Leer de moeilijke woorden met de quizlet van hoofdstuk 5 Lezen 6A, oefening 1. Maken oefening 2, 3.
|